Hij hield in zijn werk altijd een Fellini-achtige fascinatie voor de theaterwereld, zoals goed te zien is in de Harry Mulisch-verfilming Hoogste tijd (1995), de Telefilm Storm in mijn hoofd (1999) en de toneelverfilmingen Entree Brussels (1978), Striptease (1979; beide van Hauser Orkater) en Een zwoele zomeravond (Het Werkteater, 1982). Een teleurgestelde Weisz zwoer nooit meer een arthousefilm te maken en richtte zich op publieksfilms als De inbreker (1972, met Rijk de Gooyer als meesterinbreker met het hart op de goede plaats), Naakt over de schutting (1973, opnieuw met De Gooyer) en Rooie Sien (1975, met Willeke Alberti als revue-artiest). Weisz beschouwde Charlotte als een van zijn belangrijkste films: „Ik zou mijn leven kunnen indelen in de periode vóór Charlotte en na Charlotte.” Over Leedvermaak, naar Judith Herzbergs toneelstuk over de nawerking van de Holocaust in de levens van Joodse families, schreef Weisz in zijn in 2023 gepubliceerde dagboeken: „Charlotte ging over mijn vader, Leedvermaak over mijn moeder.”
Author: André Waardenburg
Published at: 2025-12-08 11:26:29
Still want to read the full version? Full article